Onschuldig bloed

Voor ons land, voor individuen.

Het leven wordt in de baarmoeder gestart, daar begint het hartje te kloppen na ongeveer 4 weken conceptie. God is in dat proces betrokken. In geval we abortus plegen, dan vergieten wij onschuldig bloed en maken wij ons schuldig aan ontheiliging van ons leven en land zo blijkt uit vele teksten uit hoofdstuk 3 ‘Taak Christen’.

Tevens leren we dat God onschuldig bloed vergieten haat. Denk ook aan de geestelijke bestemmingen van deze geaborteerde babies, welke tot nationale desastreuze gevolgen kan leiden. Immers onder de geaborteerde babies kan een potentiële Minister President zich bevinden of iemand die een cruciale rol kan vervullen voor ons land.

En wat valt te denken van het feit dat wij als God’s volk ons mond houden over deze horror praktijken. We zijn dan indirect medeschuldig. En dat heeft ook verregaande consequenties. Ooit nagedacht waarom veel van de kinderen van God’s volk niet meer naar de kerk gaan? Ooit nagedacht waarom er explosies van misdaad zijn? Ooit nagedacht hoe het mogelijk is dat iemand die voor gerechtigheid strijdt vermoord werd zoals bijvoorbeeld Peter R. De Vries?

Voor velen onder ons zijn de levens van onze kinderen gestolen, opgeëist door de machten der duisternis, want wij keurden immers, al of niet stilzwijgend, abortus goed door bijvoorbeeld niet op te staan voor het recht van het ongeboren kind.

Ga met mij door onderstaande teksten en trek je conclusie.

Psalm 37: 27 – Keer u af van het kwade, doe het goede en bewoon de aarde voor eeuwig. 28 Want de HEERE heeft het recht lief en zal Zijn gunstelingen niet verlaten; voor eeuwig worden zij bewaard, maar het nageslacht van de goddelozen wordt uitgeroeid. De rechtvaardigen zullen de aarde bezitten en voor eeuwig daarop wonen.

Spreuken 1:11-19 – Als zij zeggen: Ga met ons mee, laten wij loeren op bloed, zonder reden een onschuldige belagen (= verbergen; zie ook vs.18), 12 laten wij hen levend verslinden, zoals het graf, volledig, zoals hen die in de kuil neerdalen. 13 Allerlei kostbare bezittingen zullen wij vinden, onze huizen zullen wij vullen met buit. 14 Je zult je lot in ons midden werpen, wij zullen allen tezamen één buidel hebben. 15 Mijn zoon, ga niet met hen op weg, weerhoud je voet van hun pad, 16 want hun voeten snellen naar het kwaad en zij haasten zich om bloed te vergieten. 17 Voorzeker, het net wordt tevergeefs gespannen voor de ogen van al wat vleugels bezit. 18 Zíj loeren op hun eigen bloed, zij belagen hun eigen leven. 19 Zo zijn de paden van allen die op winstbejag uit zijn, dat ontneemt zijn bezitters het leven. In deze tekst lezen we: “laten wij onschuldige belagen en hen levend verslinden” dit duidt onder andere op het offeren van kinderen, babies aan Molech en Milkom.

Spreuken 17:15 – Wie de goddeloze vrijspreekt (Letterlijk: rechtvaardigt) en wie de rechtvaardige schuldig verklaart, zijn voor de HEERE een gruwel, allebei. Vrijspreken is ook stilzwijgend goedkeuren. Het is hetzelfde als iemand een moord zien begaan en je doet er helemaal niets tegen.

Spreuken 21:15 – Voor de rechtvaardige is het een blijdschap recht te doen, maar voor hen die onrecht bedrijven, is het een verschrikking.

Spreuken 21:21 – Wie gerechtigheid en goedertierenheid najaagt, vindt het leven, rechtvaardigheid en eer.

Spreuken 22:8 – Wie onrecht zaait, zal onheil oogsten en de stok van zijn verbolgenheid  zal vergaan. Als een land onrecht zaait door abortus toe te staan zal het onheil oogsten.

Spreuken 24:24-25 – Wie tegen een goddeloze zegt: U bent rechtvaardig, die zullen de volken vervloeken, de natiën zullen hem verwensen, 25 maar hun die voor het recht opkomen, zal het aangenaam zijn, de zegen van het goede zal over hen komen. Een duidelijke aansporing en belofte van God om voor het recht op te komen!

Spreuken 29:2 – Als rechtvaardigen groot worden, verblijdt het volk zich, maar als een goddeloze heerst, zucht het volk.

NKJV: When the righteous are in authority, the people rejoice; But when a wicked man rules, the people groan. Tijd om op te staan en dat de rechtvaardigen opstaan in zodanige vorm dat het recht zegeviert.

Spreuken 29:7 – Een rechtvaardige neemt kennis van de rechtszaak van de armen (de hulpeloze;van het Hebreeuwse woord ‘dal’), maar een goddeloze heeft geen enkel inzicht.

NKJV: The righteous care about justice for the poor, but the wicked have no such concern.

God veronderstelt dat de rechtvaardige zorgdraagt voor het recht van de arme (ook het ongeboren kind en het kind dat misbruikt wordt).

Spreuken 29:14 – Een koning die in trouw geringen recht doet, diens troon zal voor eeuwig bevestigd worden. Een duidelijke belofte van God aan een land!

Spreuken 29:27 – Een man die onrecht doet, is een gruwel voor rechtvaardigen, maar wie oprecht van weg is, is een gruwel voor een goddeloze. Zie je de relatie tot Spreuken 29:2? Denk aan de geestelijke impact die een land kan hebben wanneer zij opstaat tegen onrecht. Denk aan de vermindering van geestelijke weerstand op het gebied van evangelisatie. Harten van ongelovigen zullen sterk verminderd worden beïnvloed door machten der duisternis wanneer we als christen opstaan tegen kindoffers (srm en abortus) en ander onrecht.

Jeremia 5:27-31 – Hun huizen zijn zo vol bedrog als een kooi vol vogels. Daarom zijn zij groot en rijk geworden, 28 vet en vadsig. Zelfs overtreffen zij de slechtste dingen: geen rechtszaak behartigen zij, zelfs niet de rechtszaak van een wees, en toch hebben ze voorspoed, het recht van de armen laten zij niet gelden. 29 Zou Ik vanwege deze dingen niet straffen? spreekt de HEERE, of op een volk als dit Mijzelf niet wreken? 30 Iets verschrikkelijks, iets afschuwelijks gebeurt er in het land: 31 de profeten profeteren leugens, de priesters heersen door hun handen, en Mijn volk heeft het graag zo.

Jeremia 7:3-7 – Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Laat uw wegen en uw daden goed zijn, dan laat Ik u wonen in deze plaats.4 Stel uw vertrouwen niet op bedrieglijke woorden: De tempel van de HEERE, de tempel van de HEERE, de tempel van de HEERE is dit! 5 Als u echter uw wegen en uw daden werkelijk betert, als u werkelijk recht doet tussen iemand en zijn naaste, 6 als u de vreemdeling, de wees en de weduwe niet onderdrukt, geen onschuldig bloed in deze plaats vergiet, en geen andere goden achternagaat, uzelf ten kwade, 7 dan zal Ik u in deze plaats, in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, laten wonen, eeuw uit en eeuw in. Opnieuw die belofte van God voor een land als we geen onschuldig bloed vergieten. Het is ook duidelijk dat wanneer we wel onschuldig bloed vergieten wat dan de consequenties zijn.

Jeremia 21:11-12 – Over het koningshuis van Juda. Hoor het woord van de HEERE, 12 huis van David. Zo zegt de HEERE: Verschaf ‘s morgens recht, en red wie beroofd is uit de hand van wie onderdrukt, anders laait Mijn grimmigheid op als een vuur en brandt die zo, dat niemand blussen kan, vanwege uw slechte daden.

Jeremia 22:3-5 – Zo zegt de HEERE: Doe recht en gerechtigheid. Red wie beroofd is uit de hand van wie onderdrukt. Buit een vreemdeling, een wees en een weduwe niet uit.

Doe niemand geweld aan en vergiet geen onschuldig bloed in deze plaats. 4 Want als u dit woord metterdaad zult doen, dan zullen door de poorten van dit huis koningen binnengaan die in Davids plaats zitten op zijn troon, rijdend op wagens en op paarden, hij, zijn dienaren en zijn volk. 5 Maar als u naar deze woorden niet luistert, heb Ik bij Mijzelf gezworen, spreekt de HEERE, dat dit huis tot een puinhoop zal worden. Een duidelijk voorbeeld van de consequentie van onschuldig bloed vergieten, ‘dit huis zal worden tot een puinhoop’. Let eens op de kerken die pro abortus zijn….! Het woord ‘huis’ in vers 5 betekent niet enkel letterlijk een huis. Het is afgeleid van het Hebreeuwse woord bayith (H1004) hetgeen betekent: paleis en huizen, een land, huis, gemeenschap, familie.

Jesaja 10:1-4 – Wee hun die verordeningen van onrecht instellen, en de schrijvers die onheil voorschrijven 2 om de armen van hun recht weg te duwen, en de ellendigen van Mijn volk van het recht te beroven, zodat weduwen hun buit worden, en zij wezen uitplunderen. 3 Maar wat zult u doen op de dag van de vergelding, bij de verwoesting die er vanuit de verte aankomt? Naar wie zult u vluchten om hulp en waar zult u uw rijkdom laten? 4 Er blijft niets over dan zich onder de gevangenen neer te bukken en onder de gedoden te vallen! Bij dit alles keert Zijn toorn zich niet af; nog is Zijn hand tegen hen uitgestrekt.

Een waarschuwing van God aan hen die verordeningen (lees: wetten) van onrecht instellen.

Jesaja 59:7-20 – Hun voeten snellen naar het kwaad, zij haasten zich om onschuldig bloed te vergieten. Hun gedachten zijn zondige gedachten, verwoesting en ondergang (breuk) zijn op hun gebaande wegen. 8 De weg van de vrede kennen zij niet, er is geen recht in hun sporen. Zij gaan kromme paden; ieder die ze betreedt, kent de vrede niet. 9 Daarom is het recht ver van ons en bereikt de gerechtigheid ons niet. Wij zien uit naar licht, maar zie, er is duisternis; naar stralend licht, maar wij wandelen in donkerheid. 10 Wij tasten als blinden langs de wand, ja, wij tasten als mensen zonder ogen, wij struikelen midden op de dag, als in de schemering, wij verkeren, zoals de doden, in woeste plaatsen. 11 Wij grommen allen als beren, en wij kirren voortdurend als duiven. Wij zien uit naar recht, maar het is er niet; naar heil, maar dat is ver van ons. 12 Want onze overtredingen zijn talrijk voor U en onze zonden getuigen tegen ons. Want onze overtredingen zijn bij ons, onze ongerechtigheden, wij kennen ze: 13 het overtreden en het liegen tegen de HEERE en het zich afkeren bij onze God vandaan, het spreken van onderdrukking en afvalligheid, het zwanger zijn en melding maken van leugenachtige woorden vanuit het hart.14 Daarom is het recht teruggeweken, en de gerechtigheid blijft van verre staan. Want de waarheid struikelt op de straat, en wat recht is, kan niet binnenkomen.15 Ja, de waarheid ontbreekt, en wie zich afkeert van het kwade, wordt beroofd. En de HEERE zag het, en het was kwalijk in Zijn ogen dat er geen recht was. 16 Omdat Hij zag dat er niemand was, ontzette Hij Zich, want er was geen voorbidder. Daarom bracht Zijn arm Hem heil, en Zijn gerechtigheid, die ondersteunde Hem.17 Want Hij trok de gerechtigheid aan als een harnas en zette de helm van het heil op Zijn hoofd. Het gewaad van de wraak trok Hij aan als kleding en Hij hulde zich in de na-ijver als mantel.18 Naar de daden, daarnaar zal Hij vergelden, grimmigheid aan Zijn tegenstanders, vergelding aan Zijn vijanden. Aan de kustlanden zal Hij vergelden wat zij verdienen.19 Dan zullen zij de Naam van de HEERE vrezen vanwaar de zon ondergaat, en Zijn heerlijkheid vanwaar de zon opkomt. Als de vijand zal komen als een rivier, zal de Geest van de HEERE de banier tegen hem oprichten. 20 En naar Sion zal een Verlosser komen voor wie zich in Jakob van overtredingen bekeren, spreekt de HEERE.